De plaatsing van ondergrondse infiltratiesystemen is mee opgenomen als testcase
Sommige bouwwerken die reeds duizenden jaren oud zijn kunnen we nu nog steeds bewonderen. Denken we maar aan de Chinese muur, de piramides in Egypte en de tempels uit het oude Griekenland. Dit duidt erop dat al deze bouwwerken een belangrijke functie hadden en dus aan hoge kwaliteitseisen dienden te voldoen. Zo kunnen we bijvoorbeeld ook nog steeds wegen terugvinden die in de tijden van de Romeinen werden aangelegd. Deze wegen dienden betrouwbaar te zijn zodat legers en handelaars zich snel door het Rijk konden verplaatsen om de veiligheid en de rijkdom ervan te verdedigen. Ook vandaag zijn goed aangelegde wegen de slagaders van onze economie en maatschappij. De aanleg ervan dient aan hoge kwaliteitseisen te voldoen. Controle of aan deze eisen voldaan wordt, vergt veel inspanningen van alle partijen die betrokken zijn bij de aanleg van de infrastructuur. Om hier beter te kunnen op inspelen, werd in 2016 uitvoeringscertificatie opgestart.
Een aantal testcases van kritische uitvoeringen werd geselecteerd door verschillende stakeholders uit de infrastructuursector. Aannemers, bouwheren, producenten en experten werden voor deze uitvoeringen rond tafel gebracht (iets wat toen nog was toegestaan) in een adviesraad om samen, in consensus, vast te leggen hoe een kwaliteitsvolle uitvoering dient te geschieden. Deze regels werden geformaliseerd in ‘Technische Voorschriften’ (PTV). Tevens werd bepaald hoe de kwaliteit van deze uitvoering gehandhaafd kon worden. Enerzijds door opleiding en zelfcontrole door de aannemer en anderzijds door toezicht hierop door een onafhankelijke instelling. Een aannemer die daaraan voldoet ontvangt een certificaat voor deze specifieke uitvoering.
Een bouwheer die een gecertificeerd ‘uitvoerder’ de werken laat uitvoeren, heeft meteen een bewijs dat deze eerder heeft aangetoond de werken op een kwalitatieve manier te kunnen uitvoeren. De uitvoerder kan zich op die manier onderscheiden en weet dat iedereen die in het bezit is van een dergelijk certificaat op dezelfde manier beoordeeld wordt, hetgeen oneerlijke concurrentie tegengaat.
Bij uitvoeringen die later moeilijk zijn te herstellen, zoals ondergrondse constructies, is een perfecte uitvoering zeker cruciaal. Daarom werd van bij de start van de uitvoeringscertificatie gekozen om ook de plaatsing van ondergrondse infiltratiesystemen mee op te nemen als één van testcases.
Terwijl men er vroeger steevast voor koos om hemelwater snel af te voeren naar de waterlopen, is men tot het inzicht gekomen dat het beter is om dit water zo veel mogelijk geleidelijk aan in de bodem te laten infiltreren. Waterwegen laat men meanderen, verhardingen dienen waterdoorlatend te zijn en wadi’s werden aangelegd. Water dat toch opgevangen werd via daken, terrassen, wegen en verhardingen wordt afgevoerd naar ondergrondse systemen die het water langzaamaan in de bodem infiltreren.
Deze ondergrondse infiltratiesystemen zijn vrij nieuw en nog niet altijd voldoende gekend. Bovendien bestaan deze systemen in allerlei vormen en formaten:
- ter plaatse samengestelde infiltratiekratten omwikkeld met geotextiel;
- horizontaal aangelegde waterdoorlatende buizen van poreus beton of kunststof;
- infiltratiesysteem d.m.v. betonnen kelders;
- poreuze en bodemloze betonnen inspectieputten;
- infiltratiekolken in poreus prefabbeton en verholen poreuze betonnen goten;
- verticale infiltratiepalen en straatkolken met verticale infiltratie;
- infiltratie-units uit geprefabriceerde met geotextiel omhulde infiltratiekratten;
- …
Daarnaast dient er steeds een voorbehandelingssysteem voorzien te worden. Er was nood aan duidelijke richtlijnen hoe een kwaliteitsvol infiltratiesysteem aangelegd dient te worden. De algemene voorschriften werden door de vertegenwoordigers van de sector vastgelegd in PTV 8003. Voor iedere verschillende uitvoering wordt bovendien een deel-PTV opgesteld.
In de loop van 2021 zullen de certificatiereglementen verder afgewerkt worden zodat aansluitend kan gestart worden met deze uitvoeringscertificatie. In de laatste versie van het Standaardbestek 250 werd de uitvoeringscertificatie alvast opgenomen. Een aannemer die nog niet beschikt over een certificaat zal de werken kunnen uitvoeren op voorwaarde dat er tijdens de uitvoering een projectkeuring plaats vindt op de uitgevoerde werken. Dit houdt in dat een onafhankelijke instelling de werven nauwgezet zal opvolgen en de kwaliteit van de uitvoering zal nazien.
Eens de infiltratiesystemen geplaatst zijn, dienen deze tevens regelmatig op een goede manier onderhouden en gereinigd te worden. Voor de reiniging zal dus eveneens uitvoeringscertificatie opgestart worden. Ook hier werd een adviesraad voor opgesteld en samen met het Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw OCW wordt gedacht om een testopstelling in te richten om de reinigingssystemen te beoordelen.
De initiatiefnemers (AWV, Farys, Aquafin, Infrabel, Bouwunie, Vlawebo, SPW, Vlario, BCCA en COPRO) zijn overtuigd dat de uitvoeringscertificatie zal bijdragen aan de kwaliteit van specifieke, technische, kritische uitvoeringen in de bouw.
Onze contactpersoon voor ondergrondse infiltratiesystemen is Andie Dedoncker. Contacteer hem gerust via andie.dedoncker@copro.eu voor meer specifieke informatie.